Het lijkt de laatste jaren een almaar urgentere kwestie te zijn geworden. Sinds de vrouw zich in de jaren zestig meer en meer losrukte van huis en haard, ging studeren en zelfs kostwinner werd, betrad ze steeds meer het traditionele terrein van de man.
Gevolg: de man weet niet meer wat er precies van hem verwacht wordt. Op welke manier is hij nu echt man? Moet hij zijn feminiene kant meer benadrukken, of moet hij halsstarrig vasthouden aan typisch mannelijke deugden zoals flinkheid en zelfbeheersing. En gaat dat dan weer te fel neigen naar zogeheten 'toxische' mannelijkheid?
Misschien ligt het ideaal in een combinatie van beide? Pepijn Keppel zocht het uit door deel te nemen aan twee afzonderlijke mannenretraites. Zelf had hij het als voormalig tophockeyer knap lastig met de uitgesproken klemtoon op fysieke prestaties en het stoere spierenballengerol. Daarover publiceerde hij vorig jaar een autobiografisch boek getiteld ‘De laatste man’ (2022). Hij concludeert dat mannelijkheid eigenlijk vooral een fictief begrip is en dat het een stuk rekbaarder is dan de meeste mannen het aangeleerd kregen. Daarom adviseert hij de man ‘minder man te doen’ en ‘gewoon meer mens zijn.’
Lees ook het artikel 'Wat kom je doen, man?' in De Groene Amsterdammer.
Productie: Liesbet Samyn & Kees van den Bosch
Zie het privacybeleid op https://art19.com/privacy en de privacyverklaring van Californië op https://art19.com/privacy#do-not-sell-my-info.