Soera al-Anfal, ook bekend als “De buit van de oorlog”, is het achtste hoofdstuk van de Koran. Deze Soera werd geopenbaard in Medina en bestaat uit 75 verzen. Het hoofdstuk bespreekt voornamelijk de Slag bij Badr, die plaatsvond tussen de moslims van Medina en de Qoeraisj-stam van Mekka.
De Soera begint met het benadrukken van het belang van geloof, gehoorzaamheid en eenheid onder de gelovigen. Het benadrukt het belang van de voorbereiding op de strijd en het handhaven van standvastigheid in het aangezicht van tegenspoed. Het hoofdstuk behandelt ook de verdeling van oorlogsbuit en het belang van rechtvaardigheid en liefdadigheid.
Soera al-Anfal beschrijft de gebeurtenissen die leidden tot de Slag bij Badr, inclusief de voorbereidingen van beide partijen. Het verhaalt hoe de moslims de overwinning behaalden ondanks het feit dat ze in de minderheid en slecht uitgerust waren, en benadrukt dat succes voortkomt uit de steun van God en het geloof van de gelovigen.
Het hoofdstuk behandelt ook thema's als vergeving, barmhartigheid en verzoening. Het moedigt gelovigen aan om vrede te zoeken en onnodige conflicten te vermijden. Het benadrukt het belang van het handhaven van morele waarden, zelfs in tijden van oorlog.
Over het geheel genomen dient Soera al-Anfal als een herinnering voor gelovigen om standvastig te blijven in hun geloof, te streven naar rechtvaardigheid en eenheid, en te vertrouwen op Gods leiding en steun in alle omstandigheden.